Redders Mel en Maarten

Maarten Redant is net een jaar aan de slag als redder, Mel Van de Velde versterkt al zeven maanden de ploeg van Aquatopia.

Hoe zijn jullie redder geworden?

Maarten: “In het middelbaar volgde ik sport, daarna heb ik LO gestudeerd aan de hogeschool. Mijn reddersdiploma had ik dus al op zak. Het is mijn eerste job en het bevalt me zeker. Ik mag absoluut niet klagen over de variatie en de collega’s. Toen ik de vacature zag op de website van de stad, heb ik niet lang getwijfeld. Ik woon dichtbij, elke dag probeer ik met de fiets te komen. Misschien teken ik dit jaar wel in voor de  fietsleasing van de stad.”

Mel: “Oorspronkelijk werkte ik boven in bArd’eau, maar de horeca was niet helemaal mijn ding. De uitbater bracht me in contact met de  zwembadcoördinator, die ik eigenlijk al goed kende, want ik zwem al van m’n tiende bij Neptunus. Tot vorig jaar speelde ik competitief waterpolo, nu doe ik het recreatief in de ploeg van mijn papa. Het was hij die mij aanspoorde om mijn reddersdiploma te halen.”

Knelpuntberoepen: redder

“De grootste misvatting? Dat we de hele dag op een stoel zitten en ‘Niet lopen!’ roepen.”

Maarten

Hebben jullie ’s ochtends een kop koffie nodig om wakker te worden of liever een frisse duik?

Maarten: “(snel) Koffie. Meer zwemmen staat wel op mijn lijstje met goeie voornemens voor 2024.”

Mel: “Liever koffie. Zwemmen is voor na of tijdens m’n uren. Als redder mogen we sporten tijdens het werk. In de baden, maar ook op de fietsen of  loopbanden van de triatlonruimte.”

Wat is de grootste misvatting over jullie job?

Maarten: “Dat we de hele dag niets anders zeggen dan: ‘Niet lopen!’ Onze woordenschat is groter. (lacht)”

Mel: “Klopt, en het vooroordeel dat we de hele dag op een stoel zitten. Dat klopt niet. We hebben sociaal contact met de zwemmers, we meten drie keer per dag de pH-waardes van de baden, we poetsen ’s avonds. Da’s plezanter dan je zou denken. Ook kassawerk zit in ons takenpakket. Dan
word je even hét aanspreekpunt van het zwembad.”

Welke reddingsactie is jullie het meest bijgebleven?

Maarten: “De eerste redding die ik moest doen in het 25-meterbad, was een dame die een beroerte kreeg. Het was een heel drukke dag en ik moest snel handelen. Eind goed, al goed, gelukkig.  Mensen echt kunnen helpen, dat geeft voldoening.”

Mel: “Ik heb – hout vasthouden – nog niet in het water moeten springen voor een redding. Meestal gaat het om EHBO-taken, zoals hoofdwondes verzorgen. Ik herinner me een kindje dat nog maar net binnen was en pijnlijk uitgleed. Op zo’n moment is het niet alleen belangrijk om de wonde te verzorgen, maar ook de rust te bewaren en het kind op z’n gemak te stellen. Ik werk graag met jonge zwemmers. Een shift in het fungedeelte? Geen enkel probleem.”

Wat zie je als troef van werken in Aquatopia?

Maarten: “We werken hier met flexibele uurroosters, waarbij we onze voorkeuren op voorhand kunnen doorgeven. Da’s mooi meegenomen.”

Mel: “Dat maakt ook weekendwerk aangenaam. Sowieso hou ik wel van weekendshifts, dan is er veel volk en dus veel te doen.”

Begeleider buitenschoolse kinderopvang

Als begeleider van de buitenschoolse kinderopvang geeft Veerle Verstraeten de kleutertjes voor schooltijd, tijdens de middagpauze en na 15 uur de warmste zorg. Ze begon in De Regenboog in Erembodegem, nu werkt ze al een jaar in stedelijke kleuterschool ’t Krawietelken. 

Hoe kwam je bij je huidige job terecht?

Veerle: “Ik had spontaan gesolliciteerd bij de stad en mocht nadien meedoen aan een selectieronde. Het kon bijna niet symbolischer: op mijn laatste werkdag in m’n vorige school kreeg ik telefoon dat ik kon starten in het stedelijk onderwijs. Ik noem het soms een terugkeer naar mijn eerste liefde, want op mijn 18de startte ik in de opleiding kleuteronderwijs. Die heb ik uiteindelijk niet afgemaakt. Nadien heb ik verschillende dingen gedaan: in het A.S.Z. werkte ik als administratief  medewerker en ik was ook een tijd zelfstandig floriste.”

Veerle Verstraeten begeleider buitenschoolse kinderopvang

“Terug naar eerste liefde”

Veerle

Wat geeft je voldoening in je job?

Veerle: “Kinderen een goed gevoel geven, een veilige plek creëren waar ze warmte en troost vinden. Sommige kleuters komen hier aan met een spreekwoordelijk gevulde rugzak. Als ik hun dingen kan bijbrengen, hoe klein dan ook, ga ik met een tevreden gevoel naar huis. Van propere tafelmanieren tot nieuwe woordjes. Na de kerstvakantie zag ik een eerder timide kindje vrolijk terugkeren naar school. Hen zien openbloeien, voor de eerste keer hun stemmetje horen of zelfs een knuffel krijgen: dáár doe je het voor.” 

Hoe ziet een werkdag eruit voor jou?

Veerle: “Ik start om 7 uur met de voorschoolse opvang. Tijdens de middagpauze ben ik er weer, dan is het alle hens aan dek. Afsluiten doe ik met de opvang tussen 15.15 en 18 uur. Op  woensdagnamiddag bereid ik altijd een leuke activiteit voor: een verkleedpartijtje of bewegingsspel. Zo’n werkrooster biedt heel wat mogelijkheden. In december deed ik tussendoor bijvoorbeeld een flexijob. Ik woon ook op wandelafstand van de school, dus da’s mooi meegenomen.”

Is werken voor Aalst dan ook thuiskomen voor jou?

Veerle: “Zeker. Werken in je eigen stad heeft veel voordelen. Aan de andere kant is de schoolomgeving voor vele kleuters ook een tweede thuis. Een kind dat na enkele dagen afwezigheid terugkeert en zegt dat het mij gemist heeft, dat geeft een goed gevoel.”

Onthaalouder

Klant is koning in Herdersem, ook al kunnen die klantjes nog maar pas stappen. Sara Mertens is één van de 13 onthaalouders van Kind met een kroontje, de dienst voor gezins- en groepsopvang van de stad.

Waarom ben je met deze job begonnen?

Sara: “Toen mijn dochter 18 jaar geleden naar school begon te gaan, was ik zwanger van m’n tweeling. Onze onthaalmoeder ging op dat moment net stoppen, dus kwam de vraag: Waarom word ik zelf geen onthaalmoeke? Ik startte in Hofstade, nu woon en werk ik drie jaar in Herdersem. Als mama van vijf en plusmama van nog eens twee kinderen is zorgen mijn lang leven.”

Onthaalouder Sara

“Zorgen voor kinderen is mijn lang leven”

Sara

Waarom ben je met deze job begonnen?

Sara: “Toen mijn dochter 18 jaar geleden naar school begon te gaan, was ik zwanger van m’n tweeling. Onze onthaalmoeder ging op dat moment net stoppen, dus kwam de vraag: Waarom word ik zelf geen onthaalmoeke? Ik startte in Hofstade, nu woon en werk ik drie jaar in Herdersem. Als mama van vijf en plusmama van nog eens twee kinderen is zorgen mijn lang leven.”

Wat geeft je voldoening in je job?

Sara: “De glimlach op het gezicht van de kindjes hier. Of de complimenten van ouders, met hen op één lijn zitten, zelf bijleren en hun ook dingen bijbrengen: dat doet deugd. Je werkt tenslotte samen aan die eerste duizend cruciale dagen van een kind. Ze komen hier aan wanneer ze drie maanden zijn en gaan weg als ze 2,5 jaar zijn. Wat je in die periode kan betekenen voor die kleine wezentjes: dat is fantastisch. Als onthaalouder krijg je daarnaast veel vrijheid om zelf je eigen werking uit te stippelen. Zo gebruik ik de Rapley-methode: kindjes kiezen hier zelf wanneer ze klaar zijn voor vaste voeding. De verantwoordelijken geven me ruimte voor eigen methodes en m’n eigen werking, binnen de visie van de dienst.”

In hoeverre is werken voor Aalst thuiskomen?

Sara: “Ik werk letterlijk in m’n eigen huis. Dat geeft heel wat flexibiliteit. Is er één van de kinderen ziek, zoals vandaag, dan ben je altijd in de buurt. De meeste kindjes wonen ook in Herdersem. Als je die later nog eens tegenkomt, voel je dat er nog steeds een band is tussen ons.”

Ouderenzorg

Meteen na haar studies begon Sarah Van de Meerssche 20 jaar geleden als verpleegkundige in WZC Sint-Job. Intussen werkt ze er nog steeds en dat zal nog even zo blijven. “Ik heb de wijze raad van mijn papa gevolgd.”

Hoe kwam je bij je huidige job terecht?

Sarah: “Mijn mama werkte als poetshulp bij de kinderdagverblijven van de stad, mijn papa was brandweerman. Ik heb zijn wijze raad gevolgd en heb destijds gesolliciteerd bij de stad. ‘Daar heb je werkzekerheid én het is dicht bij de deur’, klonk het. En kijk, 20 jaar later werk ik er nog altijd met plezier.”

Verpleegkundige Sarah

“Collegialiteit is grote meerwaarde”

Sarah

Hoe kwam je bij je huidige job terecht?

Sarah: “Mijn mama werkte als poetshulp bij de kinderdagverblijven van de stad, mijn papa was brandweerman. Ik heb zijn wijze raad gevolgd en heb destijds gesolliciteerd bij de stad. ‘Daar heb je werkzekerheid én het is dicht bij de deur’, klonk het. En kijk, 20 jaar later werk ik er nog altijd met plezier.”

Dus ook voor jou is je job thuiskomen?

Sarah: “Absoluut, ik woon aan Eendracht Aalst. Op zeven minuten sta ik in Sint-Job. Heb ik de vroege shift, dan kan ik nadien de kinderen van school halen, hen helpen met huiswerk of aan het eten beginnen. Werk ik ’s avonds, dan heb ik in de voormiddag tijd voor het huishouden.”

Werken in shiften is voor jou geen probleem?

Sarah: “De wisselwerking tussen vroege en late shiften breekt de sleur. Heb je de avondshift, dan komen er veel meer familieleden van bewoners langs en kun je met hen een babbeltje slaan. Ik sta op de afdeling voor mensen met dementie. Door contact met familie kom je vaak meer te weten.

Uiteraard zijn er weleens dagen waarop je liever  niet zou werken, zoals feestdagen of tijdens een communiefeest. Maar dan zijn er nog altijdmijn collega’s die zo goed mogelijk inspringen waar het kan. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en zijn daarin heel collegiaal. Aan de WZC’s van de stad heb je bovendien de optie om te ‘zelfroosteren’ en op voorhand voorkeuren door te geven. In de meeste gevallen worden die verzoekjes ingelost.”

Wat geeft je voldoening in je job?

Sarah: “Blije reacties, zowel van bewoners als familie. Met kleine dingen het verschil kunnen maken, je krijgt daar enorm veel waardering voor. Daarnaast zou niets hetzelfde zijn zonder mijn collega’s: van schoonmaakpersoneel tot kine’s en ergo’s. Een lach en een traan liggen in een WZC dicht bij elkaar. Wanneer er dan een collega is bij wie je je hart kan luchten, is dat een grote meerwaarde.”

Verpleegkundigen Bruce, Inge en Sarah

Zijn er dingen die je op voorhand niet wist toen je aan de job begon?

Sarah: “Op school leer je de theorie, maar op het emotionele aspect van de job kan je je nooit volledig voorbereiden. De sociale rol is in de ouderenzorg bijna even groot als de verzorging. Toen ik hier als 21-jarige begon, meed ik familie die langskwam op een kamer. Wat moest ik tegen hen zeggen, zeker wanneer het slecht ging? Nu geef ik zulke gesprekken prioriteit, je krijgt daar veel dankbaarheid voor terug. Zoiets komt met de jaren. Mijn grootouders hebben hier ook verbleven, ook dat neem je mee in je ervaring.”

Wat is de meerwaarde van werken in de ouderenzorg?

Sarah: “Het persoonlijk contact is hier veel groter dan in een ziekenhuis, bijvoorbeeld. Sommige mensen zijn hier jaren. Je deelt lief en leed met hen: ze krijgen kleinkinderen, soms verliezen ze een geliefde… Die warmte en genegenheid zijn zo belangrijk. Ik sta op de afdeling voor mensen met dementie, dus elke dag is heel gevarieerd en ook onvoorspelbaar. Dat maakt het uitdagend. En, ik val in herhaling: de collegialiteit is hier al jaren fantastisch. Al kan ik natuurlijk moeilijk vergelijken met andere zorginstellingen, ik heb maar één werkgever gehad. (lacht)”

Kunnen we deze pagina inhoudelijk nog verbeteren? Laat het ons gerust weten